Specifieke uitkering voor de verbetering van het binnenklimaat in de scholen: Spagaat of hakbijl ?

Op 30 november is dan eindelijk de specifieke uitkering voor de verbetering van het binnenklimaat in scholen verschenen. De regeling betreft de eerste 100 miljoen van de aangekondigde 360 miljoen. De overige toegezegde € 260 miljoen wordt beschikbaar gesteld na afronding van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Onderwijshuisvesting.
In de toelichting van deze regeling staan een aantal zaken waar wij als LVO grote bedenkingen hebben en al in contact zijn met het VNG.


Maar eerst de regeling maar.

  • De gemeente is aanvrager en de aanvragen kunnen worden ingediend tussen 4 januari en 30 juni 2021.
  • De specifieke uitkering is 30% van de totale kosten.
  • Gemeente en schoolbesturen moeten in goed overleg komen tot een verdeling van de overige 70%.
  • Doel van de regeling is om middels noodzakelijke en energiezuinige maatregelen het binnenklimaat in bestaande schoolgebouwen te verbeteren.
  • Per project een afzonderlijke aanvraag, waarbij afhankelijk van het aantal leerlingen en maximumbedrag van toepassing is.
  • De bouwactiviteiten moeten starten tussen 1 oktober 2020 en 1 januari 2022 en afgerond zijn op 31 december 2023.
  • Er moet CO2-meting komen in iedere onderwijsruimte.
  • Er dient een energieregistratie- en bewakingssysteem te worden geïnstalleerd.
  • De subsidie geldt ook voor andere energiebesparende maatregelen, deze moeten dan wel het energieverbruik en de CO2-uitstoot beperken.
  • Het effect van de subsidie wordt geëvalueerd door informatie op te vragen over de genomen maatregelen en de effecten op binnenklimaat en energieprestatie


Niet verantwoordelijk, maar toch…

Formeel gezien is de eigenaar van een schoolgebouw verantwoordelijk voor het binnenklimaat in het gebouw. Veelal zijn de schoolbesturen juridisch eigenaar van het schoolgebouw.
Hoewel de gemeente hier geen verantwoordelijkheid heeft, wordt men er door deze regeling nadrukkelijk bij betrokken. In de eerste plaats omdat de aanvragen door de gemeente dienen te worden ingediend. Tevens geeft het rijk aan dat de gemeente en de schoolbesturen er maar uit moeten komen hoe en door wie de overige 70% van de kosten wordt gefinancierd.

Financiële Spagaat.  
De gemeenten hebben in een tweetal moties tijdens de algemene Ledenvergadering van de VNG eerder al aangegeven dat men onvoldoende middelen ontvangt om blijvend op een goede wijze de zorgplicht voor het onderwijs te kunnen waarborgen. Nu wordt er weer met een schuin oog naar gemeenten gekeken om het maar op te lossen met de schoolbesturen.

De koepelorganisaties van de schoolbesturen hebben berekend dat de materiele instandhoudingsvergoeding die schoolbesturen ontvangen 35% te laag is.

In het algemeen kun je stellen dat er in alle wet-, regelgeving en bekostigingsstelsels, voldoende evaluatiemomenten, -redenen, afspraken en kaders vastliggen voor bijstelling van bekostiging van Rijkswege. Deze mogelijkheid heeft het rijk al een aantal malen aan zich voorbij laten gaan.
De discrepantie wordt alleen maar groter. Het tekort in de MI vergoeding word goed gepraat door te wijzen naar het vermogen van de schoolbesturen. Gemeenten wachten nog steeds op een compensatie van de opplussing van de normbedragen van de VNG met 40% in 2019 en krijgen nu ook als zure kers op de taart te horen dat de indexering voor BENG ook niet wordt gecompenseerd.

Geen enkel bekostigingsstelsel is echter bestand tegen het structureel en doorlopend schenden en niet nakomen van afspraken.

Uiteindelijk levert dit laatste een volledige uitholling op van mogelijkheden en een kloof tussen ambitie (goede kwaliteit in omvang, functionaliteit, prestaties en ouderdom van de huisvesting) en de realiteit (achterstand t.o.v. verwachte kwaliteit) van de onderwijshuisvesting.

Hakbijl
In de regeling wordt aangegeven dat er sprake moet zijn van cofinanciering. Als je het goed bekijkt is er sprake van cofinanciering door het rijk. Het grootste bedrag moet door anderen worden bijgedragen. Deze partijen hebben echter ook de bodem van de schatkist in zicht en moeten bewuste keuzes maken.

Door iedere keer maar aan te geven dat gemeenten en schoolbesturen hier met elkaar goede afspraken kunnen maken komt er een stelling dat schoolbesturen en gemeente tegen over elkaar komen te staan. Hierdoor komen zij niet in een positie om met elkaar te werken aan de kwaliteit van het onderwijs.

Overweging is met zijn allen geen gebruik te maken van deze regeling.

Gelet op de vele vragen die nu op de gemeenten afkomen, zou het goed zijn als de VNG nog eens het standpunt bevestigt dat de eigenaren van de schoolgebouwen hier formeel verantwoordelijk zijn en dat de gemeenten bij het overgrote deel van de schoolgebouwen geen financiële verantwoordelijkheid heeft en niet bij hoeft te dragen.

Het is natuurlijk altijd mogelijk dat gemeenten in het belang van hun burgers wel een bijdrage verlenen.  Het is goed om te beseffen dat dat zij dan de rol over nemen van een zich onverantwoordelijke gedragende en falende Rijksoverheid.

Hoe staat jullie gemeente hierin?   
Vanuit een aantal gemeenten hebben wij al gehoord dat er vanuit de gemeente geen bijdrage zal worden verleend. Graag horen wij van jullie, hoe je gemeente hierin staat.
Reacties zijn welkom op het mailadres
: secretariaat@lvo-onderwijs.nl.